Correcties aan de wervelkolom worden al heel lang toegepast. Er zijn beeldjes gevonden van het oude China van 4000 voor Christus waarop manipulatie van de rug te zien is. Ook bij de Maya’s en Azteken werden ruggenwervels behandeld. Hippocrates schreef in de oudheid al over de grote waarde van een goede functie van de wervelkolom. In zijn beschrijvingen legde hij de relatie tussen de functie van de wervelkolom en de rest van het lichaam. Hij meende dat talloze gezondheidsklachten hun ontstaan kunnen hebben in een verstoring van de wervelkolom.
De grondlegger van de moderne chiropractie zoals we die vandaag kennen is D.D. Palmer. In 1895 behandelde deze Amerikaanse therapeut de nek van zijn dove bediende. De man was 18 jaar daarvoor bij een ongeluk betrokken geweest en voelde iets kraken in zijn rug. Kort na het ongeluk werd hij bijna geheel doof. Tijdens de behandeling hoorde en voelde D.D. op een gegeven moment een ‘knakje’ en de bediende kon weer horen. Dit nieuws ging als een lopend vuurtje rond en spoedig kwamen van heinde en verre mensen die slecht of niet hoorden naar D.D. toe. En hoewel sommigen van hen na de behandeling misschien wel beter konden horen was het succespercentage voor de behandeling van deze klacht toch erg klein.
De behandeling van D.D. was natuurlijk niet de oplossing tegen doofheid, maar wel het begin van de hernieuwde ontdekking dat de wervelkolom van grote invloed is op de algemene gezondheid.
De zoon van D.D., B.J. Palmer ging jaren later verder waar zijn vader was gestopt en ontwikkelde de nieuwe wetenschap van theorie en praktijk tot een universitaire studie.